Vanuit de zee
Wie bij ons wil komen, wie ons wil bezoeken, moet eigenlijk vanaf de zee komen of zich dat tenminste zo voorstellen. Want dan ligt onze streek, de Krummhörn, helemaal vooraan en niet, zoals wel eens wordt beweerd, aan het einde van de wereld.
Toch blijft er één vraag over: wat waren de motieven van de bewoners door de eeuwen heen? Ondanks de steeds terugkerende stormvloeden met “landinname” en “het innemen van drinkwater”, om dit gebied niet te verlaten, maar steeds terug te keren en helemaal opnieuw te beginnen. Eerst op de wierden, de kunstmatig opgeworpen aarden heuvels en later zochten ze beschutting achter de muur van de zeedijk. Ja, dat zijn Friezen die hier aan de rand van de Noordzee wonen. Een bepaald type mensen, die niet zo snel verdwijnt, die veel traditie in stand houdt en niet zomaar overboord gooit wat generaties lang is gegroeid. En als we de wereldwonderen opnoemen, mag de bouw van de dijken niet ontbreken.
“Hier leeft het arme volk in hutten, en men kan niet goed zeggen of dit gebied als droog land of als zee moet worden beschouwd.” De Romein Plinius schreef dit in het jaar 47 n.Chr. Wat een verandering, wat een ontwikkeling in deze vruchtbare moerassige hoek van Oost-Friesland, de Krummhörn, tot op de dag van vandaag! Dit geïllustreerde boek, vakkundig vormgegeven door Wolfgang Heilscher met behulp van de fotografische lens, is hiervan het beste bewijs.
Maar met alle vooruitgang in onze dagen en zeker een vleugje romantiek, mogen we dat niet vergeten, dat het de mensen uit deze streek waren – en niet altijd de rijkste en meest welvarende – die uiteindelijk Krummhörn met hun handen zijn gezicht gaven. Dit kan tot uiting komen bij het lezen en bekijken van het werk.
Aurich – 1980
Geen boeken gevonden