Etsko en Engel Etsko Nap: broers en kameraad
In de dorpen en buurtschappen van Finsterwolde, Beerta en Bad Nieuweschans (‘de rode driehoek’) zijn veel straten met de naam van verzetsbetrokken arbeiders te vinden. Zoals de Etsko Napstraat in Beerta en de E.E. Napweg in Finsterwolde. Wat weten we van de broers Nap?
Ekamp, 1910
Etsko is in 1897 de eerstgeborene van Willem Nap en Hillechien Kruize. Na Roelof, Heiko, Martje en Willem wordt het gezin in 1910 uitgebreid met de tweelingbroertjes Engel Etsko en Aafko. Heike sluit de rij in 1912.
Voor Willem, daglooner en voerman, en Hillechien was de zorg voor het grote gezin in deze tijd van sociale ongelijkheid ongetwijfeld een zware last. Oorlogsdreiging en mobilisatie (1914-1918) maakten het er niet beter op. Zij konden niet voorzien dat de crisis van de jaren dertig en de daaropvolgende oorlog en bezettingstijd een nog zwaardere wissel op hen zouden trekken. Beiden overlijden na de Tweede Wereldoorlog; Willem in 1951 en Hillechien in 1958.
Buchenwald, 1942
De tweeling van 1910 wordt vernoemd naar de (voor)ouders van Hillechien. Voor één van hen worden de namen Etsko Engels van opa veranderd in Engel Etsko. Er was immers al een Etsko.
Engel Etsko huwt in 1931 met Antje van Dam en woont laatstbekend op Dwarsstraat 6 in Finsterwolde.
Als Nederland bezet wordt, raakt hij als lid van de communistische partij betrokken bij de noordelijke voorloper van verzetskrant De Waarheid: Noorderlicht (november ’40-maart ’41).
Korte tijd nadat Engel weer pamfletten heeft verspreid, komt opperwachtmeester Meijer met motor en zijspan aan de deur. Hij verzoekt Engel zich de volgende dag om 10:00 uur te melden bij het Scholtenshuis. Met de woorden “Ik ben zo weer terug.” vertrok hij en keerde nooit terug.
Als politieke gevangene wordt Engel vanuit het ‘polizeiliches’ doorgangskamp Amersfoort op 27 maart 1942 op transport gesteld naar concentratiekamp Buchenwald. Een Duitse akte vermeldt in 1946 dat hij door Herzversagen (hartfalen) als gevolg van een infectie op 23 juni 1942 overleden is. Nadat de gemeente Finsterwolde van het Rode Kruis een afschrift ontvangt, wordt zijn overlijdensakte in het Finsterwolder register op 19 april 1948 bijgeschreven.
Amersfoort, 1942
Etsko, in 1921 gehuwd met Hinderktje Vegt, is actief bij de Rode Hulp. Een communistische organisatie die al voor de oorlog kameraden van de verboden Duitse communistische partij naar Nederland helpt vluchten. Hij werkt als kartonarbeider in Nieuweschans en is voor de CPN gemeenteraadslid in Beerta. Hij is, evenals zijn jongere broer, actief voor Noorderlicht.
Dag en nacht is hij weg zonder Hinderktje te vertellen waar hij mee bezig is. Als ze ernaar vraagt, is het antwoord: “Dat kun je beter niet weten.”
Voor de bezetters was de communicatiekabel naar Duitsland van groot belang. Om sabotage daarvan te voorkomen, hanteerden zij een ‘perfecte’ werkwijze. Mensen die voor de gemeenschap belangrijk waren, werden gedwongen de kabel bij nacht en ontij te bewaken. Zo werd het hen moeilijk gemaakt aan verzet deel te nemen.
Etsko wordt 29 juni 1942 gearresteerd en 13 juli 1942 in kamp Amersfoort geïnterneerd. Omdat de bezetter de administratie van kamp Amersfoort vernietigd heeft, blijft de reden voor zijn arrestatie onduidelijk. Het kaartsysteem van verzetsbetrokkenen vermeldt bij Edsko Nap: “als gijzelaar wegens doorsnijden weermachtskabel”. In Oost-Groningen is de kabel echter nooit gebroken. Hij overlijdt in kamp Amersfoort op 21 november 1942 door uitputting.
Oldambt nu
Voor de Etsko Napstraat in een naoorlogse uitbreidingswijk van Beerta ligt dat anders. Beertsters herinneren zich desgevraagd nog dat daar vanaf de jaren zeventig “schiere hoeskes” (seniorenwoningen) stonden, die nog geen dertig jaar later(!) al werden gesloopt. De bestrating ligt er nog, maar de straat is nu een breed pad over een groot grasveld. Door het verdwijnen van de woningen zal de naam Etsko Nap, in tegenstelling tot die van zijn broer, minder ter sprake komen. Het moet wel toevallig zijn dat u bij het passeren van het niet meer bestaande adres Hoofdstraat 57 (bewoond door Etsko) ‘struikelt’ over de Stolperstein; sinds 2013 een klein eerbetoon dat in het voetpad is aangebracht.
Wanneer de geplande bomentuin (verzameling van diverse iepsoorten) op het terrein aan de Etsko Napstraat vernoemd zal worden naar Etsko Nap, is de toevoeging verzetsman, 1897-1942 een voor de hand liggende.
Eerder gepubliceerd in De Oldambtster van mei 2021.