Foto: Beeldbank Groningen
Aan het eind van de 18e eeuw stonden langs druk begaanbare wegen veelal een tolhuis waar tol werd geheven en betaald. Het tolhuis was meestal ook de dienstwoning van de tolgaarder of tolpachter. Tollen werden vaak verpacht. De tolgaarder betaalde dan aan de landheer of overheid een bedrag per jaar voor het recht om tol te mogen heffen, inclusief de bewoning van het tolhuis. De gebruikers van de weg moesten een vergoeding (tol) betalen om van de (water)weg gebruik te mogen maken.
In het Oldambt stonden ook een groot aantal tolhuizen en tolpoorten. Aanleiding was vaak de verharding van een weg. Tot die tijd was de weg nog onverhard, maar door de toepassing van een macadam verharding werden er door de gemeente kosten gemaakt voor aanleg en onderhoud. Om deze kosten te dekken koos zij ervoor om dit als tolgelden terug te laten betalen door de gebruikers van de weg. Begin 19e eeuw verloren veel tolhuizen hun functie. Op een aantal locaties in onze gemeente kunt u de voormalige tolhuizen nog zien.
Wij hebben geprobeerd om alle tolhuizen in het Oldambt in beeld te brengen met bijgevoegde kaart. Van een paar hebben wij een verhaal daarbij kunnen achterhalen, maar staan echter open voor meer verhalen. Kent u een verhaal rondom een tolhuis? Schroom dan niet om dit met ons te delen. U kunt mailen naar info@chcoldambt.nl of ons tijdens openingstijden bellen met 06 12 46 18 49.
Lees het verhaal van een paar tolhuizen door op onderstaande link te klikken:
Onderzoek en uitwerking: Joke Schoenmaker en Rense Louwes, team CHC Oldambt


