Het is inmiddels voltooid verleden tijd. Onze Groningse voorouders die met schepen tot 100 ton laadvermogen, geladen met turf uit de Veenkoloniën of steenkool en glaswerk uit Engeland naar de Oostzeelanden vertrokken. Om daarvandaan als kooplieden met een schip vol hout of graan terug te keren.
Die geschiedenis werd in 1966 weer even actueel tijdens het jaarlijkse ‘schoo’n’ van de boerderij van mijn opa Sjoert Stel in Pekel. Uit het stof op de zolder kwam een bijzonder instrument tevoorschijn: een uit ebbenhout, messing en been opgebouwd octant dat Opa toch had bewaard als laatste aandenken van zijn vader Luppo. Het oude familieverhaal dat overgrootvader Luppo Stel op zee was gebleven, sluimerde nog steeds. Maar het bleef sluimeren tot mijn pensioen in 1995.
Monsterrollen
Nu werd het tijd om deze Pekelder historie eens grondig uit te zoeken. Uit de historische archieven bleek dat het leven van Luppo Stel eindigde in de Zuiderhaven van Harlingen in een nooit opgehelderde verdrinking in 1881.
Er volgde een speurtocht in de historische monsterrollen, bemanningslijsten van schepen, in het Hanemahuis-archief in Harlingen. Dit leverde tussen 1856 en 1881 zo’n zestien jaar aan monsterrollen op!
Per monsterrol beschik je dan over de namen, leeftijd, woonplaats en functie van de complete bemanning en de scheepsnaam. Vooral die is van belang: met de combinatie van scheeps- en kapiteinsnaam kan je als zoekterm in gedigitaliseerde historische couranten vaak de complete scheepsreis terug te vinden. Schippers moesten zich namelijk in iedere havenstad bij de betrokken havenmeester laten registreren.
Scheepswerf Oudezijl
Zo vonden we in 1880 de Oostzeereis van overgrootvader Luppo Stel met de Pekelder kapitein Klaas Derks Hesseling op zijn tweemast topzeilschoener Anna. In 1850 werd het schip onder de naam Clasina Aidina gebouwd op de scheepswerf van Viëtor en De Wijk in Oudezijl. Voor de auteur, zelfs als geboren Groninger, een onbekende scheepsbouwplaats.
Raadpleging van de Kuijper-atlas uit ca. 1868 leverde op dat de plaats Oudezijl als een buurtschap van Nieuweschans aan de Westerwoldse A boven water kwam. Een militair-topografische kaart uit 1862 en een doorverwijzing van het Cultuurhistorisch Centrum Oldambt naar de stadshistoricus van Winschoten leverde zelfs de tekst ‘Spswerf’ naast Oudezijl op de kaart op. Een bevestiging van de in meerdere scheepsjournaals beschreven aanwezigheid van een bouwplaats. Het eerste schip de Zwanetta Gerhardina liep al op 23 januari 1849 in Oudezijl op de scheepswerf van Viëtor en De Wijk van stapel, meldden de scheepsjournaals.
Tweede scheepswerf
Als opvallende bijkomstigheid ontdekte de auteur daarna via de ‘Stichting Vrienden van de Nieuwe Schans’ de naam van zijn zwager ook als eigennaam van de gemeenteambtenaar en historicus Klaas Blaauw uit Nieuwe Schans. Geen familie maar wel een belangrijke naam in de ‘Schanskerhistorie’: een schoenendoos van hem vol historische informatie bleek in beheer bij de initiatiefnemer van de Vrienden van de Nieuweschans. Helaas daarin geen informatie over de bewuste scheepswerf. Maar gedetailleerd onderzoek van de groep Oudezijl-historici van de Vrienden van de Nieuweschans bracht nog een scheepswerf in Oudezijl aan het licht. Deze oudste scheepswerf, van Nanne Jans Mulder uit Pekela (onderste pijl op de kaart) heeft maar kort bestaan.
Oostzee-koopvaardij
Op de scheepswerf van Viëtor en De Wijk liep de in 1850 de tweemast topzeilschoener Clasina Aidina van stapel. Opdrachtgever was de reder Berend Haitzema uit Winschoten. In 1880 maakte het schip onder de nieuwe naam Anna twee Oostzeereizen naar Riga en één reis naar de handelsstad Narva in de Finse Golf. Eigenaar/kapitein is dan de Pekelder Klaas Hesseling en Luppo Stel is stuurman.
Jong geleerd
Ook lezen we in de Harlinger monsterrol dat Klaas Hesseling zijn 12-jarig zoontje Hindrik tegen een gage van vijf gulden per maand meeneemt. Onder het motto ‘jong geleerd, oud gedaan’ op zijn eerste kennismaking met de Oostzee-koopvaardij, vanaf 7 april tot 12 oktober, ruim een half jaar bijna onafgebroken op zee… Als 12-jarige na een lange zeereis door de Finse Golf in Estland de Narva-rivier op te zeilen moet een imposant schouwspel voor de jonge Klaas zijn geweest, zeker in vergelijking met de Pekel A thuis.
Pas na 38 jaar Oostzeereizen, vaak onder zeer zware en ruwe weersomstandigheden, strandde en verging Anna uiteindelijk bij Skagen aan de Noordpunt van Denemarken. Het toont het grote vakmanschap van onze Groningse scheepsbouwers in de houten scheepsbouw aan, zoals destijds ook in Oudezijl plaatsvond.
Auteur:Jan Sjoert Moolhuizen.
Eerder gepubliceerd in De Oldambtster van december 2021.