Wat doe je als gevraagd wordt in drie dagen een voorwoord te schrijven bij een boekje dat je nog niet gezien hebt? Schrijven natuurlijk als dat
boekje over Drieborg gaat. De inhoudsopgave ziet er veelbelovend uit en hopelijk vormt ook het fotomateriaal een waardevolle collectie.
Ik heb van de 175 jaar geschiedenis van Drieborg er maar 50 zelf meegemaakt en dan nog maar heel gedeeltelijk ook. De eerste achttien jaar
waren echter genoeg om voorgoed aan het gebied verslingerd te raken.
Als ik wel eens heimwee heb dan is het naar het Oldambt. Naar de mensen. Trouw, eerlijk, richt en slicht. Naar de Dollard. Wie wel eens een
rozenvingerige dageraad boven het grijze slik heeft zien gloren zal weten waar ik het over heb. Naar het wijde uitzicht uit het ouderlijk huis. (In een vlaag van onbegrip heeft men daar nu onlangs bomen voor gezet. ‘Stadjers’ of ‘Hollanders’ denk ik dan.) Naar de vlakke velden in geometrische patronen, onder wisselende luchten. Een sneeuwwoestenij onder een gierende Noordooster. Koolzaadvelden. Vijf-meifeesten die eindigden in aangename dronkenschap. Hol mie d’r over op.
Het boekje gaat over geschiedenis. Een bewogen geschiedenis, vooral in sociaal opzicht. Dat wordt al gauw ook weer omzien in wrok. Terwijl de wereld ondertussen in razend tempo verandert. Veranderingen die hun diepe sporen hebben achtergelaten. Een verdwenen middenstand. Een bevolking die uit steeds meer ingezetenen van elders bestaat. Een economisch draagvlak dat aan sterke erosie onderhevig is. ’t Lijkt daarom vooral van belang ter gelegenheid van dit jubileum naar de toekomst te kijken.
En vooral de jongeren aan het woord te laten daarover. Hoe zal Drieborg eruit zien bij het 200-jarig bestaan? En willen we dat of moet er bijgestuurd worden? Alternatieven voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de streek staan op dit moment volop ter discussie. Alternatieven die het meest aansluiten bij de sterke punten van de regio zullen de beste kans van slagen hebben. Rust, ruimte, een schoon milieu en een door mensenhand gemaakt uniek landschap: waar vind je dat nog in Nederland? Bijna nergens, en ’t wordt steeds zeldzamer. Behouden en exploiteren dus. (‘k Zou daarbij niet op grond van oude ressentimenten voor halve oplossingen kiezen.) De intensieve veehouderij, die in het Oldambt zonder enige discussie snel in opkomst is, staat daar haaks op.
Het is noch in economisch, noch in ecologisch opzicht een duurzame oplossing. Van de regen in de drup dus. ‘k Zou naar die ontwikkeling nog maar eens goed kijken. En vooral ook ruiken. ‘k Hoop dat U veel plezier aan dit boekje moogt beleven. ‘k Hoop ook dat het een meroakels mooi feest zal worden. En ik hoop vooral dat de Drieborgers met nieuw elan aan hun toekomst zullen werken.
‘Nait soez’n en kop der veur!’
Erik Ader
Hanoi, 19 april 1994
Geen boeken gevonden