Dat ook in de Tweede Wereldoorlog het leven in een aantal opzichten gewoon doorging, bewijst het naslagwerk ‘Onderzoek naar de mate van verontreiniging van de oppervlaktewateren van Nederland, deel IV, Groningen en Noord Drenthe 1942-1943’.
Voorheen was er in Nederland een systeem van ruimtelijke ordening waarbij alles per gemeente was geregeld, maar er was al langer behoefte aan centralisatie. Het rapport hierover van de Staatscommissie – een door de overheid ingesteld adviesorgaan – verscheen op 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval. Al snel bleek dat het advies van deze Staatscommissie aansloot bij de Duitse ruimtelijke ordening. Het Duitse bezettingsbestuur ging akkoord met een planologische dienst in Nederlandse handen, onder Duits toezicht. Op 15 mei 1941 werd de Rijksdienst voor het Nationale Plan (RNP) opgericht. Hierdoor werd het mogelijk om in oorlogstijd dit soort onderzoeken te doen.
Milieubeweging ‘avant la lettre’
Het onderzoek werd uitgevoerd door de in 1909 opgerichte Nederlandse Vereniging tegen water-, bodem- en luchtverontreiniging (WBL). Deze vereniging was de voorloper van de Stichting Natuur en Milieu die in 1972 opgericht werd door vier natuur- en milieuorganisaties. Drie daarvan gingen op in de Stichting. De vierde, Natuurmonumenten, ging onafhankelijk verder.
Advies voor landelijk beleid
De studie wordt ingeleid met een zogenaamd ‘prae-advies’. Dit advies dateerde al uit 1936 en bepleitte een landelijke wettelijke regeling voor
bestrijding van diverse vormen van waterverontreiniging, malariabestrijding etc. De in 1922 gewijzigde hinder- en rioolwetten voldeden niet meer. Het advies was bedoeld als onderdeel van een veelomvattend stelsel van wettelijke voorschriften die nodig waren om deze zaken goed te kunnen regelen. Er werd steeds meer bekend over de schade van waterverontreiniging voor drinkwater, volksgezondheid en de visstand. Al gedijden sommige vissoorten uitstekend in het met uitwerpselen vervuilde water. Ook de verf van schepen en scheepswanden had zwaar te lijden onder de vervuiling.
Kaarten, grafieken, studenten
De bestudeerde uitgave verscheen in 1949. Het onderzoek bestaat uit vier onderdelen (mappen) met studies over afwatering, verzilting en vervuiling door industrie en wooncentra.
De map over afwatering bevat een beschrijving van alle waterschappen binnen het gebied en is voorzien van een kaart van alle boezem- en stroomgebieden. De map over verzilting bestaat uit grafieken over chloorgehaltes van het oppervlaktewater, grafieken van regenval, spuien en oppompen in 1942-43. Ook bevat dit deel tekeningen van de sluizen te Zoutkamp, Delfzijl en Nieuw Statenzijl.
De volgende map beschrijft de watervervuiling als gevolg van o.a de strokartonindustrie. Menigeen zal zich ook van later tijd nog herinneren dat die vreselijk was. Deze map bevat kaarten met namen en nummers van plaatsen waar monsters zijn genomen met de uitslagen daarvan. Leuk detail in deze map is dat de namen van de Groninger studenten die behulpzaam zijn geweest bij dit onderzoek er in vermeld staan.
Verder is er een map die de watervervuiling in de bewoonde gebieden beschrijft. Volgens de studie was in Groningen-stad 98% van de huishoudens al op de waterleiding aangesloten en ook was er een riool aanwezig, maar het afvalwater werd wel ten westen van Delfzijl in zee geloosd. Ter vergelijking met situaties in Noord-Nederland bevat deze map ook beschrijvingen over de toestand in de gemeentes Amsterdam, Leiden en Heerlen.
In het hoofdstuk over het lozen van afvalwater wordt ook aandacht besteed aan het tonnenstelsel. Deze methode is in de negentiende eeuw ontwikkeld tegen stankoverlast en verspreiding van ziektekiemen. Ontlasting en urine werden niet meer in het oppervlaktewater geloosd, maar in tonnen verzameld. Deze werden wekelijks opgehaald en de inhoud werd gebruikt als mest in de landbouw. In de map staat beschreven dat onder andere in Beerta en Finsterwolde het tonnenstelsel nog in gebruik was. Deze dorpen waren toen ook nog niet aangesloten op de waterleiding. Lees hier meer over ‘van tonnen naar riool in Beerta’.
Bewustwording
Deze goed leesbare studie is een zeer bijzonder historisch naslagwerk dat een mooi inzicht geeft in de ontwikkelingen en bewustwording over milieu, natuur en gezondheid. Uiteraard van wetenschappelijke waarde maar ook heerlijk om in neuzen. Het boekwerk is op afspraak te bekijken in het Cultuurhistorisch Centrum Oldambt in Scheemda.
Auteur: Francis ten Have, bibliothecaris CHC.
Eerder gepubliceerd in De Oldambtster van oktober 2020.
Bronnen:
Nederlandsche Vereeniging tegen Water-, Bodem- en Luchtverontreiniging; 1949: Onderzoek naar de mate van verontreiniging van de oppervlaktewateren in Nederland, deel IV, Groningen en Noord Drenthe 1942-1943.
www.binnenlandsbestuur.nl; serie ‘Ambtenaar in oorlogstijd’.