In het kader van het streven om het toerisme in Nederland krachtig te stimuleren, verdient de toeristische ontwikkeling van de provincie Groningen alle aandacht. Of beter, juist de provincie Groningen, omdat de Groninger toeristische markt het kleinste aandeel levert in het landelijk totaal. Er is sprake van een onderontwikkelde markt, die een miskenning inhoudt van de ontwikkelingsmogelijkheden van Groningen.

In dit Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan voor de provincie Groningen, kortweg TROP, wordt de weg aangegeven om het toeristische product Groningen de plaats te geven op de landelijke markt die de provincie Groningen verdient. Dit TROP is met recht en reden een ontwikkelingsplan en dat tekent, in provinciaal en landelijk perspectief, het bijzondere karakter ervan. Temeer daar realisering van de voorgestelde ontwikkeling zeker zal bijdragen aan belangrijke doelstellingen als verbetering van de werkgelegenheidssituatie en vergroting van het regionaal inkomen.

Dit TROP is opgesteld in de periode september 82 – augustus ’83 door een projectteam van de Heidemij en het bureau De Vries en Partners in intensieve samenspraak met een begeleidingscommissie bestaande uit vertegenwoordigers van overheden en bedrijfsleven. Hoewel de eindverantwoordelijkheid voor dit ontwikkelingsplan ligt bij het projectteam, heeft het aan de begeleidingscommissie alle ruimte geboden in sturende zin belangrijk bij te dragen aan de inhoud van het TROP. Dit geldt vooral met betrekking tot de analyse, waaronder de marktverkenning, de keuze van het ontwikkelingsperspectief en de opbouw van het toeristisch product Groningen. De hierop gebaseerde concrete projectkeuzen zijn uitvoerig in de begeleidingscommissie besproken; de uiteindelijke keuze regardeert de eindverantwoordelijkheid van het projectteam.

De begeleidingscommissie wil in het licht van haar taak in dit voorwoord een drietal prealabele opmerkingen maken. Dit TROP-Groningen ontleent eveneens een uniek karakter aan het feit dat het een grensoverschrijdend ontwikkelingsplan beoogt te zijn. Het streven is gericht op een integrale planvorming voor de provincie Groningen (met name Oost-Groningen) en de Landkreisen Aurich, Leer en Emsland van de deelstaat Niedersachsen. Tegelijkertijd met het TROP-Groningen is een afzonderlijk structuur- en ontwikkelingsplan voor de Landkreisen Aurich, Leer en Emsland gepubliceerd. De samenvatting daarvan is in dit TROP opgenomen. Er is nu wederzijds voldoende materiaal voorhanden om een integraal grensoverschrijdend plan te vervaardigen. Overigens is dat een primaire verantwoordelijkheid van de betrokken overheden. Deze zullen daartoe op zeer korte termijn initiatieven ontwikkelen, mede gezien ook de interessante extra mogelijkheden die de Europese Fondsen bieden ten aanzien van grensoverschrijdende projecten.

Een en ander heeft begrijpelijkerwijs consequenties voor het actieplan Oost-Groningen, dat als centraal onderdeel van dit TROP is te beschouwen. Niet genoeg kan benadrukt worden dat dit TROP een flexibel karakter heeft. Het TROP is meer middel dan doel. Op basis van een marktverkenning wordt een ontwikkelingsscenario geschetst en worden, nog concreter, projectkeuzen gemaakt. Bij de ontwikkeling van het toeristisch produkt Groningen kunnen zich (gewijzigde) omstandigheden voordoen die noodzaken tot bij stelling van het scenario.
Zo kan ook de strategie tot realisering van het scenario, ook al door de noodzaak van particuliere investeringen, uiteindelijk leiden tot de keuze van andere projecten binnen bepaalde marktsegmenten (bijvoorbeeld in het marktsegment verblijfsrecreatie).

Dit TROP biedt het kader voor het beleid van betrokken overheden (rijk, provincie en gemeenten) en particuliere investeerders waar het de ontwikkeling van het toeristisch produkt Groningen betreft. Overheid en bedrijfsleven zullen die het toeristisch-recreatief ontwikkelingsplan
Groningen in ruimte mate in zich heeft, moeten oppakken. Alleen dan kan de provincie Groningen toeristisch-recreatief volledig tot ontwikkeling gebracht worden. Alleen dan verwerft Groningen een groter aandeel op de groeiende landelijke toeristische markt, waar het in potentie alle aanspraak op kan maken.